Technieken

Champlevé (letterlijk: verheven veld)*
Voor deze techniek wordt meestal een dikkere plaat van rood koper, zilver of brons gebruikt dan bij de andere technieken. Met een steker of burijn (een kleine, dunne, licht afgeronde steekbeitel) worden, volgens een vooraf gemaakte tekening, holten in de plaat gestoken of met behulp van zuren geëtst. Deze holten worden opgevuld met verschillende kleuren emaille. De techniek van het uithollen van de plaat was zeer moeilijk totdat men de techniek van het frezen onder de knie kreeg. Ook kan men tegenwoordig gemakkelijk mallen maken, zodat de gewenste plaat kan worden gegoten.

 

Cloisonné (letterlijk: omheind veld)*
De cloisonnétechniek werd reeds toegepast in de vijfde eeuw voor Christus. Het is een vorm van emailleren waarbij men geplet draad in bepaalde motieven of figuren op een metalen ondergrond bevestigt. De tussenruimten worden met verschillende kleuren emaillepoeder bedekt. Het geplette draad voorkomt dat tijdens het verhitten van het emaille de kleuren in elkaar overvloeien. Elke kleur is dus opgesloten in zijn eigen cel.

 

En Ronde Bosse (letterlijk: emaille in hoog reliëf)*
In de 15e eeuw komt deze techniek op. Tot dan toe was men alleen in staat te emailleren op vlakke platen. Op holle, bolle en verticale vlakken ging het niet omdat men toen nog geen bindmiddel tot zijn beschikking had dat geen verbrandingsresten in het emaille achter liet. In de Middeleeuwen ontdekten de Fransen dat dit met het sap van kwetsenpitten uitstekend ging. Tegenwoordig gebruikt men tragacanthgom of andere middelen.

 

Grisaille (letterlijk: eentonig)*
Hierbij wordt de plaat geheel met een dekkende zwarte emaille goed glad gebrand. Op deze zwarte ondergrond wordt met een fijne witte emaille het motief geschilderd en herhaaldelijk gebrand, waarbij steeds het wit enigszins in het zwart wegzinkt. Door steeds de lichtere gedeelten weer te schilderen en te branden zijn er vele grijstinten te verkrijgen.

 

Marquette
Deze techniek was al bij de Kelten in gebruik. Hierbij worden stukjes gekleurd glas in een bepaald motief of tekening en in een combinatie van kleuren op een bronzen of rood koperen plaat tegen elkaar geschoven en door een rand omvat. De tussenruimten worden opgevuld met glaspoeder. Door verhitting wordt vervolgens het glaspoeder gesmolten, waarna het zich hecht aan het omliggende glas en de onderliggende plaat.

 

Peint (schilderemaille)*
Toen men er eenmaal in geslaagd was om glassoorten te vervaardigen die een gelijk krimppercentage vertoonden als het onderliggende materiaal, ontwikkelde zich de kunst van het schilderen met emaille. Na het opbrengen en glad branden van een kleurloos emaille op een metalen plaat wordt op deze ondergrond met penseel schilderemaille opgebracht. Deze schilderemaille is zo fijn dat er als het ware mee kan worden geaquarelleerd.

 

Plique-à-jour (vensteremaille)*
Vensteremaille neemt bij de verschillende emailleertechnieken een afzonderlijke plaats in. Men kijkt door vensteremaille als door een glas-in-lood raam. Vensteremaille is cloisonné zonder metalen bodem en is op verschillende manieren te realiseren. Bijvoorbeeld door het motief uit te zagen uit een koper- of zilverplaat van ± 1 mm dik. De gaten in de plaat mogen niet groter dan ± 1 cm2 zijn. Of door het motief in zilverdraadjes op een ondergrond van mica of dunne koperfolie te leggen. Met transparante natte emaille worden deze ruimtes gevuld en gebrand totdat het naar tevredenheid is, waarna de ondergrond wordt verwijderd. Als er koperfolie is gebruikt, wordt dit weggeëtst.

 

Sugar Fired

Bij deze techniek wordt het emaillepoeder gestrooid en blijft het een hele korte tijd (50 – 90 sec.) in de oven. De bedoeling is dat het poeder door de hitte gaat hechten en op het moment dat er een suikerkorrelstructuur ontstaat, haal je het uit de oven. Dit kan je dus op tijd doen of al kijkend (visuele controle).

 

Orange Peel
Bij deze techniek worden dezelfde handelingen verricht als bij de sugar fired methode. Het enige verschil bij deze techniek is dat het iets langer in de oven moet blijven of je gebruikt een iets hogere temperatuur. Bij de juiste werkwijze ontstaat een sinaasappelschilstructuur.

*Bron: www.enamellers.nl